Verkeersbelasting

Alle eigenaars van een gemotoriseerd voertuig (auto, moto, ...) of van een aanhangwagen die op de openbare weg rijdt, moeten jaarlijks verkeersbelasting betalen. Die belasting is verplicht in de drie landsdelen en treft personenwagens, auto's voor dubbel gebruik (breaks) en minibussen.

Voor wagens ingeschreven in Vlaanderen wordt de belasting op inverkeerstelling berekend volgens een berekeningsmethode die rekening houdt met diverse milieukenmerken van het voertuig, waaronder CO²-uitstoot, brandstoftype en euronorm.

Vanaf 01/01/2021 wordt voor de CO² uitstoot de WLTP waarde de norm voor nieuwe inschrijvingen in Vlaanderen en de formules werden hierop aangepast.

Ook vanaf 01/01/2021 vervalt volledig de fiscale vrijstelling van BIV en VB voor PHEV en CNG-voertuigen die nieuw worden ingeschreven.

Om een exacte berekening te maken voor Vlaamse voertuigen verwijzen wij u graag door naar de simulatietool van de Vlaamse belastingsdienst via volgende link:
https://belastingen.fenb.be/ui/public/vkb/simulatie

Voor voertuigen die worden ingeschreven in Brussel (voertuigen ingeschreven door leasingmaatschappijen vallen ook onder dit stelsel) wordt de BIV berekend op basis van fiscale PK, volgens een degressief schema in functie van de leeftijd van het voertuig. Indien het vermogen van dezelfde motor uitgedrukt in fiscale PK en kilowatts (KW) elk met een verschillend bedrag overeenstemmen, dan wordt steeds het hoogste bedrag als belasting op inverkeerstelling genomen.

Voor elektrische wagens bedraagt de BIV € 61,50 (het minimumtarief).

De C0²-uitstoot heeft dus geen invloed op de formules BIV en verkeersbelasting in Brussel.

Voor voertuigen die worden ingeschreven in Wallonië wordt de BIV berekend op basis van fiscale PK, volgens een degressief schema in functie van de leeftijd van het voertuig. Indien het vermogen van dezelfde motor uitgedrukt in fiscale PK en kilowatts (KW) elk met een verschillend bedrag overeenstemmen, dan wordt steeds het hoogste bedrag als belasting op inverkeerstelling genomen.

Hier heeft C0²-uitstoot enkel invloed op de BIV voor voertuigen met een NEDC uitstoot hoger dan 145 gram onder de vorm van een “Eco-malus”.

In afwachting van een officieel standpunt, zal men volgende ‘praktische oplossing’ toepassen voor de berekening van de Eco-malus voor nieuwe voertuigen vanaf 1 januari 2021:
- als WLTP en NEDC 2.0 beschikbaar zal NEDC 2.0 worden gebruikt
- als enkel WLTP beschikbaar is zal WLTP worden gebruikt.

Auto’s (nieuw of tweedehands) die ingeschreven worden in Vlaanderen worden belast op basis van het fiscale vermogen, de uitstootnorm, de CO²-uitstoot en de brandstofsoort.

Vanaf 01/01/2021 wordt voor de CO² uitstoot de WLTP waarde van het voertuig de norm.

Om een exacte berekening te maken voor Vlaamse voertuigen verwijzen wij u graag door naar de simulatietool van de Vlaamse belastingsdienst via volgende link:
https://belastingen.fenb.be/ui/public/vkb/simulatie

Voor voertuigen die worden ingeschreven in Brussel (voertuigen ingeschreven door leasingmaatschappijen vallen ook onder dit stelsel) wordt de jaarlijkse verkeersbelasting berekend op basis van fiscale PK.

Voor elektrische wagens bedraagt de jaarlijkse verkeersbelasting € 83,95 (het minimumtarief).

Voor voertuigen die worden ingeschreven in Wallonië wordt de jaarlijkse verkeersbelasting berekend op basis van fiscale PK.

Voor elektrische wagens bedraagt de jaarlijkse verkeersbelasting € 83,95 (het minimumtarief)

Alle kosten met betrekking tot de bedrijfswagen (onderhoud, herstellingen, brandstof, … ) zijn aftrekbaar op hetzelfde niveau als het voertuig.

Sinds 1 januari 2020 is de aftrekbaarheid van bedrijfswagens lineair. Ze komt overeen met deze formule :

120% – (0,5% X coëfficiënt X CO²/km)

Zoals u kan zien, bevat deze formule een notie van coëfficiënten. Wat houdt dat in?

- De coëfficient is 1 voor voertuigen die op diesel rijden
- Voor voertuigen die op aardgas rijden, ligt de coëfficient op 0,90, maar enkel op voorwaarde dat de wagen niet meer dan 11 fiscale pk’s heeft.
- Voor alle andere brandstoffen en motorisaties wordt de coëfficient 0,95 gebruikt. (ook plug-in dieselhybrides)

Wat betreft het gebruik van de CO² waardes bestaat sinds 01/01/2021 de keuzemogelijkheid om de NEDC of WLTP-waarde te gebruiken met een CoC (gelijkvomigheidsattest) waarop de twee waarden vermeld zijn. Bij bepaalde PHEV-voertuigen zal de WLTP-waarde lager zijn dan de NEDC-waarde. In dat geval mag men vanaf 2021 die lagere WLTP-waarde gebruiken in de federale formules.

Sinds 1 januari 2020 is de aftrekbaarheid van elektrische bedrijfswagens teruggebracht naar 100% (voordien 120%).

Alle interestlasten wat betreft de autokosten zijn 100 % aftrekbaar indien ze afzonderlijk vermeld worden op de factuur.

De referentie CO²-uitstoot voor 2021 daalt ten opzichte van 2020.

De referentie CO²-uitstoot voor 2022 daalt ten opzichte van 2021.
- Dieselvoertuigen en plug-in diesels: daling van 84 g/km in 2021 naar 75 g/km in 2022.
- Benzinevoertuigen, LPG en aardgas voertuigen, hybride en plug-in benzine: daling van 102 g/km in 2021 naar 91 g/km voor het jaar 2022.

De daling van de CO²-waarden betekent concreet dat het belastbaar voordeel stijgt. De stijging kan fors zijn, maar is wel afhankelijk van de aandrijflijn. Bij een plug-in hybride met een lage CO²-uitstoot stijgt het voordeel in 2022 niet of nauwelijks.

De formule VAA bedrijfswagens geldig voor het jaar 2022:

CW = cataloguswaarde = de catalogusprijs van het voertuig dat in nieuwe staat aan een particulier wordt verkocht, inclusief opties en de werkelijk betaalde btw. Er wordt geen rekening gehouden met kortingen, reducties of tegemoetkomingen.
OC = ouderdomscoëfficiënt: verlaagt het VAA met 6%/jaar, tot een minimum van 70 %.

Formule VAA:

- Diesel: CW x [5,5 + ((CO²-uitstoot-75) x 0,1)] % x 6/7 x OC
- Benzine, LPG, CNG, full hybride en fake hybride: CW x [5,5 + ((CO²-uitstoot-91) x 0,1)] % x 6/7 x OC
- Elektrische voertuigen, waterstof en echte plug-in hybride (diesel en benzine): CW x 4 % x 6/7 x OC

Het minimum procent waarmee de cataloguswaarde moet worden vermenigvuldigd bedraagt 4% en het maximum 18%. Het minimum voordeel van alle aard van 1.370 € euro stijgt naar 1.400 € euro voor 2022.
De stijging van het VAA heeft ook een impact op het patronale gedeelte van het voordeel (betaald door de werkgever), dat vandaag 17% of 40% bedraagt van het VAA, afhankelijk of de werkgever al dan niet een tankkaart voorziet.

Om te kunnen genieten van een voordelige aftrekbaarheid, moeten plug-in hybride bedrijfswagens voldoen aan twee strikte voorwaarden:

- een batterijcapaciteit van ten minste 0,5 kWh
- deze plug-ins mogen niet meer dan 50 g CO²/km uitstoten

Onder gewicht van het voertuig wordt de massa van het voertuig, voor 90% met alle vloeistoffen gevuld en met het gewicht van de bestuurder (75 kilo) verstaan.

Voor deze fake hybrides is de (negatieve) impact groot en dat zowel op het vlak van VAA al CO² van het overeenstemmende voertuig.

Bestaat er geen overeenstemmend voertuig? Dan wordt de opgegeven CO²-uitstoot van de plug-in hybride auto met 2,5 vermenigvuldigd.

De CO²-bijdrage, ook wel de solidariteitsbijdrage genoemd, is een maandelijks verschuldigd bedrag dat de werkgevers die een auto aan werknemers toekennen voor privégebruik dienen te betalen.

Benzine (hybride en plug-in hybride benzine inbegrepen)
- CO² gekend: [(CO² x 9 EUR) – 768] / 12 x 1,3525
- CO² onbekend: [(182 x 9 EUR) – 768] / 12 x 1,3525 = € 98,06

CNG/LPG
- [(CO² x 9 EUR) – 990] / 12 x 1,3525

Noteer dat voor LPG de CO²-waarde van het benzinevoertuig vóór de ombouw moet worden genomen.
Elektrische wagens en wagens op waterstof betalen altijd de minimale solidariteitsbijdragen van 28,17 euro per maand.
De formule voor de CO²-bijdrage van de werkgever is geïndexeerd aan de 2022-index (1,3525 ipv 1,3222) en de minimumbijdrage is gewijzigd van € 27,54 per maand naar € 28,17 per maand.