Wat was de eerste Audi die ooit in een film te zien was? En wat was uw eerste ‘wapenfeit’?
“Het eerste voorbeeld van productplacement van Audi dat ik me voor de geest kan halen, was een Audi 5000 in de Steven Spielberg-klassieker E.T., uit 1982. Zelf werk ik sinds 2010 voor de afdeling productplacement. Mijn eerste grote, internationale project was voor The Cold Light of Day in 2012.”

Hoe gaat zo’n productplacement eigenlijk in zijn werk? Neemt Audi contact op met de filmstudio, of andersom?
“Er is geen standaardproces. Soms nemen wij contact op met de studio, soms andersom. Agentschappen en contacten uit de filmindustrie of soms zelfs regisseurs of leden van de cast die ons kennen, weten ons ook te vinden. Meestal lezen we het script en checken we of het aanbod overeenkomt met onze strategie en communicatiedoelen. Als dat zo is, ondersteunen we het project met wagens, onderdelen en technische expertise. Zo zorgen we ervoor dat de studio alle nodige middelen heeft.”

Wat is de grootste uitdaging in productplacement?
“Logistiek. We moeten de wagens – en soms meerdere, identieke modellen – samen met extra onderdelen en een team voor technische ondersteuning in een korte tijd op locatie krijgen. En filmsets zijn vaak ver of moeilijk bereikbaar.”

Ooit gekke dingen meegemaakt op de set?
“Voor een crash-scène in een film waren we vergeten om de emergency call & service-functie uit te schakelen. Die was toen gloednieuw, en zou net gelanceerd worden. Bij een ernstig ongeval stuurt ze een automatische verwittiging naar het Audi emergency call center. Dat gebeurt bijvoorbeeld wanneer de airbag getriggerd wordt. De wagen stuurt dan zijn gps-locatie, rijrichting en het aantal inzittenden door. De stunt activeerde die functie … en ik moest aan het call center uitleggen dat het vals alarm was. Een heel gekke toestand, maar de filmcrew was wel serieus onder de indruk van hoe goed die ingebouwde veiligheidsfunctie werkte.”

Voor sommige films, zoals I, Robot, wordt een Audi conceptwagen speciaal ontwikkeld. Hoe gaat dat proces in zijn werk? Is er een nauwe samenwerking met de filmcrew?
“Ja, er is een heel nauwe samenwerking nodig tussen de filmcrew en Audi Design, maar evengoed met de communicatie- en marketingafdeling van Audi. Meestal begint het proces met een gedetailleerde briefing van de filmstudio, daarna mogen de designers van Audi hun creativiteit botvieren. Zij zetten hun ideeën op papier en die schetsen gaan dan naar de studio voor goedkeuring. Onze CAD-ontwerpers zetten de geselecteerde schetsen om in een virtueel model, waarna het er al heel realistisch uitziet. Dat design wordt op zijn beurt geëvalueerd door het creatief team van de filmstudio en aangepast aan de esthetiek en artistieke richtlijnen voor de film. Dat ontwerp gaat vervolgens terug naar Audi ter revisie. Zo gaat het een aantal keer over en weer, tot iedereen tevreden is over het resultaat.”

Zijn zo’n conceptwagens een goede manier om te testen hoe het publiek reageert op nieuwe functies? Zijn sommige functies die werden ontwikkeld voor ‘filmwagens’ bijvoorbeeld ooit al echt in productie gebracht?
“Ik zal een voorbeeld geven. De wagen die we ontwierpen voor Spies in Disguise, de Audi RSQ e-tron, combineert een waaier van functies. Full electric drive, virtuele buitenspiegels, laserverlichting, Audi on demand, een holografische snelheidsmeter, automatisch rijden én fictionele functies die op de behoeften van onze filmheld Lance Sterling zijn afgestemd. Heel wat van die technologieën bestaan al, of gaan binnenkort in serieproductie. Zo ontstaat er een geloofwaardige link tussen fictie, de toekomst en de realiteit.”

Komt de Audi RSQ e-tron zelf ooit in serieproductie?
“Helaas: het is een puur fictief model.”

Het is wel een heel bijzonder voorbeeld, want Spies in Disguise is een animatiefilm. En voor Audi was het ook de eerste keer dat het een louter ‘virtuele’ conceptwagen moest ontwerpen. Verschilde die manier van werken erg van de gewoonlijke?
“Niet wat betreft de keuze op basis van het script. Maar natuurlijk was er wel een heel groot verschil op het vlak van implementatie, omdat er geen echte wagens nodig waren. We sluiten zeker niet uit dat we in de toekomst nog meewerken aan dit soort films.”